Maand: december 2025

Bergen op weg naar een nieuw erfgoedbeleid?

De gemeenteraad heeft donderdag 2 oktober 2025 na een debat besloten over het langverwachte voorstel van B&W over een nieuw erfgoedbeleid. Er zal een erfgoedloket komen, waar je informatie kunt krijgen wat er over dit onderwerp in Bergen is geregeld. De gemeente wil in kaart gaan brengen wat er in alle dorpskernen aan erfgoed te vinden is en wellicht bescherming behoeft.

Bijna 30 jaar geleden is alleen voor de kern Bergen een lijst gemaakt met karakteristieke gebouwen, mogelijk gemeentelijke monumenten (totaal 317). De gemeente heeft deze lijst naast zich neergelegd. In de kern Bergen zijn maar enkele gemeentelijke monumenten aangewezen. Sindsdien zijn te veel van de gebouwen op de lijst gesloopt en vervangen door moderne nieuwbouw. Het publieke ongenoegen daartegen heeft nu dan geleid tot het voorstel van B&W. Een belangrijk probleem kwam tijdens het debat in de raad ter sprake. Hoe ga je als gemeente om met de eigenaar van een potentieel monument die dwars ligt. Dat zit zo.

In 2006 heeft de gemeente een eerste poging gedaan iets te doen met die lijst door te proberen 60 geselecteerde stolpen de monumentenstatus te geven. 40 eigenaren bleken daar niet van gediend te zijn, van de overige 20 waren 3 stolpen in zo’n slechte staat dat bescherming zinloos zou zijn. Deze ervaring heeft de gemeente terughoudend gemaakt. Bang eigenlijk.

Uit enquetes die de laatste jaren zijn gehouden blijkt een overduidelijke waardering van de historisch gegroeide dorpskernen, van de kleinschaligheid en de monumentaliteit van het erfgoed. Dat alleen al vraagt om een echt beleid, dat wil zeggen ook bescherming.

Het nieuwe beleid, dat 16 oktober door de gemeenteraad is aangenomen, beoogt in eerste instantie die angst te bezweren door ervoor te zorgen dat de gemeente een inventarisatie gaat maken van potentieel erfgoed in alle dorpskernen en die op een digitale kaart onder het nieuwe omgevingsplan te zetten. De gemeente schat dat in de hele gemeente wel 1000 bouwwerken zo waardevol zijn dat ze op die kaart zullen verschijnen. Naast weergave op de kaart zal in tweede instantie de verzamelde kennis ook gedeeld moeten worden met de bewoners van onze dorpen, in hoor en wederhoor.

De gemeente begrijpt dat deze doelen (het maken en verspreiding van deze inventarisatie) veel tijd zal vergen (jaren). Daarom wordt begonnen met een informatie loket voor geïnteresseerden in oude gebouwen. Hier worden ze op weg geholpen. Verder zal nog dit jaar een tijdelijke sloopvergunningsplicht worden ingevoerd om ongewenste sloop van karakteristieke panden voor te zijn. Deze regel betreft gebouwen die staan in de historische buurten, die ouder zijn dan 1975.

Naast de inventarisatie van waardevolle gebouwen zal de gemeente ook een cultuurhistorische waardenkaart op een aparte laag in het omgevingsplan maken, mede op grond van de kernwaarden per dorpskern uit de omgevingsvisie. Initiatiefnemers van bouwplannen zullen vervolgens moeten onderbouwen hoe ze erfgoedwaarden waarderen en hoe hun initiatief daarmee omgaat.

Als al deze goede bedoelingen in een werkbaar protocol zijn omgezet is dan de weerstand van eigenaars tegen bescherming verdwenen? De gemeente heeft dan een actief erfgoedloket. Er is een afwegingskader. Maar is dat genoeg? En wanneer is dit alles beschikbaar?

Het gaat uiteindelijk om de argumenten die de gemeente hanteert onder de aanwijzing tot monument. Dat zijn er van oudsher 5: cultuurhistorische waarden, architectuur- en kunsthistorische waarden, situationele en ensemble waarden, gaafheid en herkenbaarheid en zeldzaamheidswaarden. De invulling van deze waarden is het werk van deskundigen (bouwhistorici). Is de gemeente, in casu het college van B&W, tenslotte bereid deze 5 argumenten als autoriteit te verdedigen tegen de wens van een eigenaar?

Dat is de hamvraag vandaag, maar ook morgen.

Bij het overlijden van Ton Dissen

Ton Dissen heeft zich de afgelopen dertig jaar intensief beziggehouden met het Bergens gebouwde erfgoed. Ik heb daar maar een klein deel van meegemaakt.

Eind jaren negentig hebben Eline van Leeuwen en Wim Vroom in museum Kranenburgh een tentoonstelling georganiseerd genaamd Bouwkunst in Bergen en Bergen aan Zee, 1900-1940. Dit waren de jaren waarin de Tsarina van Bergen de stoot heeft gegeven tot de ombouw van het agrarische dorp naar het toeristen- en kunstenaarsdorp.  De tentoonstelling liet klip en klaar zien wat er toen voor bijzonders en moois gebouwd is in deze dorpen.

 

Ton Dissen was tot 2006 voorzitter van de gemeentelijke Commissie Culturele Kwaliteit, de CCK. Samen met Wim Vroom en Fred IJff heeft Ton in 1998 naast de gemeentelijke overheid de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen opgericht, die tot doel had het bevorderen van het behoud van het Bergense cultuurgoed op het gebied van architectuur en de daarmee samenhangende stedenbouwkundige/landschappelijke aanleg. Deze oprichting was nodig omdat in Bergen erg weinig potentiële monumenten ook daadwerkelijk beschermd waren. De gemeente had een duwtje nodig. Toch heeft de stichting SBBB niet kunnen voorkomen dat zo nu en dan interessante gebouwen gesloopt zijn. Een belangrijk voorbeeld daarvan is natuurlijk de Stulp die op 21 maart 2006 werd geamoveerd. In juli van dat jaar biedt Ton nog als voorzitter van de CCK aan het College van B&W een rapport aan over hun inventarisatie van niet beschermde bouwwerken die naar het oordeel van de CCK dringend bescherming nodig hadden. De gemeente heeft dit ongevraagde advies serieus beoordeeld: 35 van de 58 voorgestelde adressen verdienden inderdaad de gemeentelijke bescherming, waarbij daarnaast nog een twaalftal beeldbepalend zouden zijn. Van de feitelijke bescherming is echter weinig terecht gekomen, vooral doordat de gemeente terugschrok door de reacties van de benaderde eigenaren.

In 2005 werd ik tijdens een feestje in Amsterdam, waar ik toen woonde, voorgesteld aan Wim Vroom. Hij had gehoord dat ik voornemens was terug te keren naar m´n ouderlijk huis in Bergen, waar hij zelf een tweede huis had. Hij heeft me daar gestrikt om toe te treden tot het bestuur van SBBB. Korte tijd later heb ik met de andere bestuursleden en hun voorzitter kennis gemaakt.

Die voorzitter, dat was Ton.

De jaren na mijn terugkeer in Bergen tot zeker 2013 werd ik echter nogal in beslag genomen door het dorpsverzet tegen de komst van de gasopslag in het leegeproduceerde gasveld Bergermeer waardoor ik eigenlijk geen tijd had voor SBBB. Ondertussen stagneerde de erfgoedzorg in Bergen, het gemeentebestuur schrok bijna duurzaam terug door de tegenstand van de eigenaren. Ton raakte ontmoedigd. Moeten we de zaak niet opheffen? Maar in 2013 was de strijd om de gasopslag beklonken en heeft Ton zijn voorzitterschap overgedragen aan mij. Wij (met én Ton én Wim) zijn toen begonnen met het oprakelen van de opgelopen achterstand in de aanwijzing van gemeentelijke monumenten.

In die jaren heb ik Ton beter leren kennen. Mijn kennis over Bergen was na mijn vertrek in 1959 naar Amsterdam als 18-jarige nauwelijks aangevuld, toch bleken we veel kennis over het dorp te delen. We spraken over dezelfde mensen en over hoe wij dachten over de veranderingen in het dorpsbeeld.  Daarbij putte Ton uit een enorm reservoir illustraties, visueel en litterair. Het was een groot genoegen bij hem aan te schuiven.

Hoewel SBBB is opgericht als een informatiebron en adviseur op erfgoedgebied, toch werden we door de gemeente geleidelijk aan beschouwd als een actiegroep. De gemeente deed te weinig. We hoopten het beeld van de actiegroep te nuanceren met de uitreiking van prijzen, eerst met de door Ton bedachte Pluim voor voorbeeldige restauraties aan monumenten (zoals voor de Ark in Park Meerwijk en de woning van dokter Poot) en later met de SBBB-prijs voor herstel en behoud van het straatbeeld (zoals voor Beukenhorst en Contentessa). Daarnaast zijn we uitzonderlijk productief geweest met publicaties over de Kloosterkapel, Park Meerwijk, Naar een nieuw erfgoedbestand Bergen NH en een Planvisie voor het Oude Hof. De politiek reageert daar vooralsnog afhoudend op.

Voor Ton en voor ons bestuur gaat het bij de zorg om het bouwkundig erfgoed om het behoud ervan door aanpassing aan modern gebruik. Dat mag je zien, vindt hij, maar dat is tevens de opdracht waarmee Ton ons de wei in heeft gestuurd.

Zijn overlijden is een groot verlies.

 

(Wouter Hubers)