Auteur: SBBB-NH

In memoriam Wim Vroom

Op Vrijdag 30 Augustus is in zijn Bergense woning op 89-jarige leeftijd ons bestuurslid Wim Vroom overleden. Voor het maatschappelijke en culturele leven van Bergen heeft Wim Vroom grote betekenis gehad. Zo was hij al vroeg betrokken bij de stichting van Museum Kranenburgh o.a als adviseur tentoonstellingsbeleid en collectievorming  en verrijkte hij het museum meermaals met belangrijke schenkingen. Hij was medeoprichter van de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen en bestuurlijk daarbij nog tot het laatste moment betrokken. Samen met zijn vrouw, de kunsthistorica Eline van Leeuwen, was hij in 1997 verantwoordelijk voor de uitgave van  de gids’ Bouwkunst in Bergen en Bergen aan Zee ‘en organiseerde hij een omvangrijke tentoonstelling onder die titel in Museum Kranenburg. In 2006  verscheen zijn publicatie ‘De Nieuwe Kring/filosofen en kunstenaars in Bergen’ eveneens gepaard gaand met een gelijknamige expositie in het museum. Het standaardwerk over’ Park Meerwijk’ van Erik Mattie en Eline van Leeuwen kwam in 2005 tot stand , mede door de niet aflatende steun en stimulans van Wim Vroom.

De Gemeente Bergen eerde Wim Vroom in 2010 met het ere burgerschap. Dat kwam hem toe op grond van zijn grote betrokkenheid bij het museum, maar ook vanwege zijn onvermoeibare inzet voor de belangen van het cultureel erfgoed van de gemeente. Vanaf de oprichting in 1993 tot zijn overlijden was Wim actief bestuurslid van de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen. Hij sloeg geen vergadering over en droeg op de hem eigen kritische zowel als  aimabele wijze bij aan het overleg. Zijn grote vakkennis en bestuurlijke ervaring zullen node gemist worden. Velen zullen dierbare herinneringen aan hem behouden.

Ton Dissen

Een cultuurhistorische waardenkaart voor Bergen

Waarom een cultuurhistorische waardenkaart?

Bergen is een aantrekkelijk dorp, ook voor toeristen. Dat is zo gekomen sinds het burgemeestersechtpaar Van Reenen begin 1900 het dorp wakker schudde en toonde aan de wereld. Er kwam een renbaan. Er werden hotels en pensions gebouwd, er kwam een aansluiting op het spoorwegnet, en een nieuw dorp, Bergen aan Zee. Er kwamen ook kunstenaars, schilders, beeldhouwers, musici en dichters, die er werkten en er zich ten dele ook vestigden. Zo vond de omvorming plaats van een agrarisch naar een villa- en toeristendorp.
Hoewel inmiddels sterk uitgebreid is het dorp populair en aantrekkelijk. Het gemeentebestuur heeft er een dagtaak aan dat zo te houden. De cultuur, de bossen, de duinen, de polders, de rust: dat heeft het dorp de bezoeker te bieden.
Dat is zo. Toch begint het beeld barsten te vertonen. Het winkelbestand is als overal eenzijdig geworden. Meer supermarkten en modewinkels, minder winkels voor dagelijke goederen. Voorzieningen worden samengetrokken. Bestuurlijke schaalvergroting. Dorpse wegenstructuur. Gebrekkige parkeer-mogelijkheden. Er zijn geen woningen meer voor de gewone man en voor jongeren. De prijzen die gevraagd en betaald worden op de tweede hands woningmarkt zijn boven de landelijke trends gerezen. Kopers komen veelal van buiten. Jongeren trekken weg. Het dorp veroudert.
Omdat er weinig echte nieuwbouw¬locaties meer zijn, richten de nieuwe bewoners zich op wat op de markt beschikbaar komt. Maar het bestaande is oud en zelden genoeg. Nieuwe eigenaren kiezen gemakkelijk voor sloop en (grotere) nieuwbouw. De gemeentelijke bestemmings¬plannen staan dat toe.

Voor onze Stichting is dat zorgelijk. De gemeente heeft de laatste decennia weinig belangstelling getoond voor dat bestaande, voor de kwalitatieve aspecten van de bestaande bebouwing. Want die aspecten lijken verborgen, liggen onvoldoende vast en verdwijnen. We zien dan ook een zekere verschraling van het beeld van het dorp. De gemeente kan op sociale of cultuur¬historische gronden gebouwen de monumentenstatus verlenen, maar doet dat (bijna) nooit. Er is een lijst van ruim 300 gebouwen die mogelijk monumentaal zijn, maar het onderzoek daarnaar is nog niet eens in de verte zichtbaar.
Dit is een beleidsgebied waar ons inziens dringend aandacht aan zou moeten worden besteed. In de kern Bergen wonen ca. 12.500 mensen in ca. 6.000 woningen. De gemeente krijgt met de nieuwe omgevingswet de mogelijkheid, feitelijk de plicht, om ook met deze taak aan de gang te gaan. De nieuwe wet, die in 2021 in zal gaan, draagt elke gemeente op een omgevingsvisie en een omgevingsplan te maken. Allerlei zaken die tot heden werden vastgelgd in bestemmingsplannen komen dan in het omgevingsplan. De manier waarop dit tot stand zal komen wijkt wel af van wat we gewend zijn. De nieuwe wet beoogt ruim baan te geven aan het particulier initiatief waarbij de overheid vooral ondersteunend wordt geacht te zijn. Zaken als vergunnmingsvrij bouwen krijgen meer mogelijkheden, vrezen wij. Deze ontwikkeling relateren wij aan de steeds grotere afstand van het amtbelijke apparaat ten opzichte van de omgevingen waarop veranderingen zich afspelen. Daarom is het belangrijk dat het omgevingsplan gebaseerd wordt op de cultuurhistorische ondergrond. Er is een waardenkaart nodig waarop moet komen te staan welke plaatsen, welke dorpsgezichten, welke huizen architectonisch en cultuurhistorisch belangrijk zijn voor het karakter van het dorp. Het gaat daarbij om meer dan alleen de officiële monumenten en gezichten.
Dat is een publiek belang, één van de redenen voor toeristen om dit dorp te bezoeken.

Is er kans dat het lukt zo´n cultuurhistorische waardenkaart te maken? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet het duidelijk zijn dat de gemeente ernst wil maken met deze opdracht en beschikt over de kennis en de ambtelijke capaciteit. De kans lijkt ons niet groot. Maar juist omdat de gemeente Bergen graag rept over hoe belangrijk de geest van het kunstenaarsdorp is voor het toerisme, ook voor de toekomst, ligt het voor de hand dat alle kunde en kennis wordt ingezet om die toekomst veilig te stellen. En dan is zo´n waardenkaart een goed begin.

het gebouwde erfgoed in Bergen NH
1. De stand van zaken
2. De wetgeving

De stand van zaken
Eind maart 2016 telt de kern Bergen 67 rijksmonumenten, 25 provinciale monumenten en 28 gemeentelijke monumenten. In totaal 120 bouwwerken. Op een totaal van ca. 6.000 woningen, ca. 2%. Daarnaast is er een lijst met 313 karakteristieke panden, dat zijn panden die nog onderzocht moeten worden op monumentwaardigheid. Voor een heel klein deel is dat gebeurd. De procedures die leiden tot opname in de monumentenregisters lopen nog of zijn gestaakt. Dit laatste meestal doordat de eigenaar de monumentenstatus weigert te aanvaarden. De gemeente legt zich daar formeel bij neer.

De wetgeving
In Nederland geldt sinds 1961 de Monumentenwet (later herzien en steeds weer aangepast, binnenkort een onderdeel van de Omgevingswet). Hierin is de bevoegdheid geregeld van de overheid om archeologische en gebouwde monumenten en stads- en dorpsgezichten aan te wijzen. Deze wetgeving maakte het mogelijk een overzicht te krijgen van de aantallen potentiële monumenten en vast te stellen hoe hun onderhoudstoestand was. Aanvullend is een bijbehorend subsidiesysteem opgetuigd. Naarmate de tijd verstreek en de achterstand in te restaureren monumenten kleiner werd, is het subsidiesysteem aangepast, van ruimhartig tot uitzonderlijk. De afgelopen jaren zijn veel taken die oorspronkelijk werden uitgevoerd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, nu de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed, zijn overgeheveld naar de gemeenten. Er worden praktisch geen rijksmonumenten meer aangewezen. Alleen in uitzonderlijke gevallen worden nog wel subidies toegekend.

De gemeente Bergen heeft een eigen monumentenverordening.
De Erfgoed Verordening Gemeente Bergen 2012 bevat de regels die gelden bij de aanwijzing tot gemeentelijk monument. Samengevat zijn dit de belangrijkste (artikel 3):
1. Het college kan al of niet op verzoek aanwijzen
2. Het college vraagt advies aan de CCK (de Commissie voor de Cultuurhistorische Kwaliteit)
3. Als het over een kerk gaat voert het college overleg met de eigenaar
4. Rijks-en provinciale monumenten vallen buiten de bevoegdheid van de gemeente
5. Als het college een zogenaamde redengevende omschrijving wil hebben waar nader onderzoek voor nodig is, moet de eigenaar daaraan meewerken.

De gemeente hanteert naast deze regels nog een extra regel, namelijk een politiek uitgangspunt: de eigenaar moet toestemming geven als de gemeente zijn eigendom de monumentenstatus wil geven. De gemeente gaat uit van het beginsel dat aanwijzing niet in strijd mag zijn met rechtszekerheid. Dat zou het geval zijn als de eigenaar bezwaar maakt. Ons inziens is dit in strijd met de opzet van de Monumentenwet, aangezien het hier gaat om publieke waarden, zoals bovenstaande 5 punten laten zien. De eigenaar is volgens de verordening alleen verplicht medewerking te verlenen aan onderzoek naar de bijzonderheden van het betreffende pand. Om te kunnen aanwijzen is de eigenaar niet van belang (behalve bij kerken). Het gaat hier om de tegenstelling tussen het publieke en het private belang. De weging van deze belangen is een typische overheidstaak op grond van deze wetgeving ten behoeve van het publieke belang. Het gemeentebestuur mist ons inziens overtuigingskracht.
Wij – en velen met ons – vinden dat de aantrekkelijkheid van het dorp voor een belangrijk deel bepaald wordt door de gebouwde omgeving. Voor ons zijn dat publieke cultuurhistorische waarden waar we zuinig op moeten zijn.
Onze conclusie is dat de gemeente het middel tot aanwijzen van gebouwen tot gemeentelijk monument in het belang van het dorp onverkort kan inzetten. Maar wel afscheid moet nemen van het politieke uitgangspunt. Dit vereist bestuurlijke overtuigingskracht.
Wat daarbij helpt zijn de interessante gebouwen die de laatste jaren helaas gesloopt zijn en vervangen zijn door moderne middelmaat. Wat daarbij ook helpt is het feit dat er prachtige voorbeelden beschikbaar zijn van karakteristieke gebouwen die door dito eigenaren juist behouden zijn voor de toekomst.
Toepassing van het aanwijzingsinstrument behoeft om te beginnen de cultuurhistorische waardenkaart.

Bergen verliest haar ziel

BEZIELDE DORPEN
Onder die titel schreef A.Roland Holst, op verzoek van het Kunstenaars Centrum Bergen (KCB), in 1957 een boekje dat als geschenk diende ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de kunstenaarsvereniging. Hij licht daarin uitvoerig toe waarom Bergen voor hem de kwalificatie ‘bezield’ verdient. Zelf vestigde hij zich in 1918 in, wat hij later veelvuldig ‘zijn dorp’ zou noemen. Gedurende het eerste kwart van de vorige eeuw zouden veel kunstenaars hem volgen. Op korte onderbrekingen na, bleef Roland Holst het grootste deel van zijn leven aan de Nesdijk wonen in een speciaal voor hem gebouwd huis.
Waaruit bestond voor hem dan die bijzondere aantrekkingskracht van dat ‘bezielde dorp’? Ongetwijfeld hield hij van de compacte historische kern (waar nu zijn door Mari Andriessen gemaakte beeltenis staat), de kleinschalige bebouwing met nog herkenbare agrarische kenmerken, de lommerrijke lanen met veel groen en de karakteristieke villa’s met hun landelijke uitstraling.
Jaren later zou hij over ‘zijn dorp’ schrijven:’ …. al gaat het door vooruitgang achteruit……’ Op slechts enkele meters van zijn voormalige woning staat nu een volstrekt detonerende flat, verrezen te grote villa’s en werden huizen ontsierd door karakterloze ‘uitbouwen’.
Het lijkt wel alsof de ‘ontzieling ‘ van het dorp pas goed op gang is gekomen nadat in 2006 het woonhuis ‘De Stulp’, gebouwd door architect P.Elders voor C.F.Zeiler, stichter van Hotel Nassau in Bergen aan Zee, werd afgebroken om plaats te maken voor een modernistische blokkendoos. Het Van Reenen Park kreeg daardoor definitief een ander aanzien.
Het zou te ver voeren om alle teloor gegane panden hier op te voeren, maar enkele verdienen toch in het bestek van dit artikel genoemd te worden. Zo verdween kortgeleden de door Jan Rietveld gebouwde villa aan de Herenweg en verloor de Meerweg vrijwel volledig haar karakter door de afbraak van diverse panden en de bouw van grote nieuwe villa’s. Ook aan de Komlaan en de Hoflaan moesten karakteristieke Bergense huizen onlangs plaats maken voor nieuwbouw. En het einde is nog niet in het zicht: er loopt een aanvraag voor de afbraak van een beeldbepalende villa uit 1912 aan de Boslaan, Hotel Nassau Bergen van de architecten Roggeveen en Hooning ,zal vrijwel zeker gesloopt worden en voor het voortbestaan van het buitenverblijf ‘De Haaf’ van de beroemde architect De Bazel mag gevreesd worden.

Wat is er aan te doen?
Om te beginnen zou de Gemeente Bergen meer haast moeten maken met het afwerken van de aanvragen voor plaatsing van gebouwen op de Monumentenlijst. Al jaren dringt de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen daarop aan, maar de gemeente zet onvoldoende menskracht in om dat te realiseren en heeft de personele bezetting voor monumentenzorg recentelijk zelfs verminderd!

Kopers van huizen zouden er door de verkoper en de makelaar op gewezen moeten worden dat Bergen een dorp is dat zijn aantrekkingskracht o.a. ontleend aan zijn specifieke historische karakter en dat men zich wel tweemaal moet bedenken alvorens tot afbraak over te gaan. Ik ken iemand die notarieel heeft laten vastleggen dat zijn huis, bij verkoop na zijn dood, niet gesloopt mag worden. Juridisch misschien aanvechtbaar, maar een sympathiek signaal!
Potentiele kopers zouden ook attent gemaakt kunnen worden op geslaagde restauraties en verbouwingen zoals onlangs het huis Contentezza aan de Dorpstraat en het voormalige doktershuis van Poot, eveneens aan de Dorpstraat of de villa De Ark in Park Meerwijk. Voorbeelden van eigenaren met respect voor de cultuurhistorische waarden van hun pand, maar ook met de begrijpelijke wens dat aan te passen aan de eisen van deze tijd.
De gemeente zou een standaard informatie kunnen verstrekken in de vorm van een folder over Bergen als monumentendorp. Er zou daarin gewezen kunnen worden op de betekenis van de monumentenstatus van een huis. Er heerst daarover veel misverstand, bijvoorbeeld als zou aan een monument niets meer veranderd mogen worden en de waarde ervan zou dalen. Gewezen zou ook dienen te worden op de financiële facilitering bij onderhoud of restauratie van het pand, een tot nu toe volledig onder belicht aspect. De gemeente heeft deskundigen in huis die particulieren in voor komend geval van advies kunnen dienen op het gebied van omgang met aan hen toevertrouwd cultureel erfgoed.
Zonder verleden geen heden. De Stichting Behoud Bouwkunst Bergen, de Stichting Mr. Frits Zeiler, De Boerderijen Stichting en aanverwante organisaties doen er alles aan om Bergen haar ‘ziel’ te laten behouden, uit respect voor het verleden en ten faveure van de huidige en toekomstige bewoners.
Ton Dissen

Nieuwe toekomst voor De Haaf?

Het landhuis De Haaf is in 1914 in opdracht van de mevrouw JM Bosch van ´s Gravenmoer gebouwd door architect KPC de Bazel. In 1925 schrijft ir. G Friedhoff over dit huis in Bouwen, tijdschrift voor Holland en Indië: “Geheel verscholen achter het groen van omringende boomen en zware hagen ligt te Oostdorp, nabij Bergen (..) één der mooiste landhuizen (..) welke ons land bezit. Van De Bazel is dit wel één der best geslaagde werken. (..) Een groote ingetogenheid spreekt ons uit dit werk tegen, een ingetogenheid van een grooten geest, die met de eenvoudigste middelen een geheel van grote voornaamheid, een “edel” huis schiep.” Mevrouw Bosch (zij was een sociaal bewogen muziekpedagoge) woonde er tot haar dood in 1933 met haar gezelschapsdame mevrouw MW Troost. Daarna heeft het huis verschillende eigenaren gehad tot in 1995 een grote brand het dak in de as legde. Het huis is in oude glorie hersteld, het werd International Center of Music, tevens conferentiecentrum, maar het verloor de status van rijksmonument.

Een toekomst voor De Haaf?
In de Gemeentekrant van 19 december staat het verslag van de vergadering van de gemeenteraad van 11 december 2018. Daarin wordt over de Villa De Haaf aan de Natteweg gemeld dat de raad het college van B&W heeft opgedragen de villa aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monument. De architectonische- en cultuurhistorische waarde van het pand rechtvaardigt deze opdracht. Het is een reactie op de aanvraag tot sloop van de villa, zonder dat de eigenaar een plan voor iets nieuws op tafel heeft gelegd. De wethouder wil met de eigenaar in overleg gaan. Bij dat overleg zal belangrijk zijn de toezegging van dezelfde eigenaar in 2015 toen hij toestemming kreeg het park bij wat toen nog Landgoed De Haaf was te mogen herbestemmen tot de bouw van 42 luxe woningen: namelijk dat de oude villa gehandhaafd zal worden in de oorspronkelijke vorm. Dat is gebeurd, maar zonder de gemeentelijke aktie – aanwijzing tot monument. Toen de eerste geruchten van mogelijke sloop van De Haaf bekend werden, heeft SBBB in april 2018 een verzoek ingediend om De Haaf zo spoedig mogelijk aan te wijzen als gemeentelijk monument. Dat is niet gebeurd.
Nu – februari 2019 – is duidelijk waarom. De gemeente blijkt in 2016 advies te hebben gevraagd aan en gekregen van Polman Advies over de cultuurhistorische waarde van een aantal potentiële monumenten in de gemeente, waaronder De Haaf. Voor De Haaf was dat advies negatief. Het college heeft het  advies overgenomen, maar het niet gepubliceerd. Wel is een afschrift gezonden aan de eigenaar van De Haaf.

De Haaf is dus vogelvrij. Er rest alleen nog de toezegging uit het bestemmingsplan Landgoed De Haaf dat De Oude Haaf in z´n oorspronkelijke vorm gehandhaafd wordt.

 

Artikel uit 1925 over De Haaf door ir. G Friedhoff

100 jaar Park Meerwijk

100 jaar geleden vond de TENTOONSTELLING VAN LANDHUIZEN in Bergen plaats, het latere Park Meerwijk. Het was de eerste architectuurtentoonstelling op ware grootte in Nederland. Het was ook het visitekaartje van de architectuur­stroming de Amsterdamse School, vrijstaande huizen in een parkachtige omgeving.

Nu 100 jaar later is dit feit in Museum Kranenburgh gevierd op zaterdag 8 september 2018.

In vier excursies naar de wijk konden de in totaal 48 ingeschreven deelnemers de landhuizen van nabij bekijken, zelfs van enkele ook de interieurs. In het museum heeft de kunsthistoricus Erik Mattie gesproken over het gedachtengoed van de ontwerpers en de betekenis van deze bouwwijze sindsdien in Nederland.

In het museum worden tot half september 2018 een twintigtal afdrukken getoond van de originele glasnegatieven uit 1918 van fotograaf Bernard Eilers.

Park Meerwijk 100 jaar
23 augustus 2018
Lijtweg 13, de schouw
Lijtweg 13
de opdienkeuken
Lijtweg 13
trapbaluster