De gemeenteraad heeft donderdag 2 oktober 2025 na een debat besloten over het langverwachte voorstel van B&W over een nieuw erfgoedbeleid. Er zal een erfgoedloket komen, waar je informatie kunt krijgen wat er over dit onderwerp in Bergen is geregeld. De gemeente wil in kaart gaan brengen wat er in alle dorpskernen aan erfgoed te vinden is en wellicht bescherming behoeft.
Bijna 30 jaar geleden is alleen voor de kern Bergen een lijst gemaakt met karakteristieke gebouwen, mogelijk gemeentelijke monumenten (totaal 317). De gemeente heeft deze lijst naast zich neergelegd. In de kern Bergen zijn maar enkele gemeentelijke monumenten aangewezen. Sindsdien zijn te veel van de gebouwen op de lijst gesloopt en vervangen door moderne nieuwbouw. Het publieke ongenoegen daartegen heeft nu dan geleid tot het voorstel van B&W. Een belangrijk probleem kwam tijdens het debat in de raad ter sprake. Hoe ga je als gemeente om met de eigenaar van een potentieel monument die dwars ligt. Dat zit zo.
In 2006 heeft de gemeente een eerste poging gedaan iets te doen met die lijst door te proberen 60 geselecteerde stolpen de monumentenstatus te geven. 40 eigenaren bleken daar niet van gediend te zijn, van de overige 20 waren 3 stolpen in zo’n slechte staat dat bescherming zinloos zou zijn. Deze ervaring heeft de gemeente terughoudend gemaakt. Bang eigenlijk.
Uit enquetes die de laatste jaren zijn gehouden blijkt een overduidelijke waardering van de historisch gegroeide dorpskernen, van de kleinschaligheid en de monumentaliteit van het erfgoed. Dat alleen al vraagt om een echt beleid, dat wil zeggen ook bescherming.
Het nieuwe beleid, dat 16 oktober door de gemeenteraad is aangenomen, beoogt in eerste instantie die angst te bezweren door ervoor te zorgen dat de gemeente een inventarisatie gaat maken van potentieel erfgoed in alle dorpskernen en die op een digitale kaart onder het nieuwe omgevingsplan te zetten. De gemeente schat dat in de hele gemeente wel 1000 bouwwerken zo waardevol zijn dat ze op die kaart zullen verschijnen. Naast weergave op de kaart zal in tweede instantie de verzamelde kennis ook gedeeld moeten worden met de bewoners van onze dorpen, in hoor en wederhoor.
De gemeente begrijpt dat deze doelen (het maken en verspreiding van deze inventarisatie) veel tijd zal vergen (jaren). Daarom wordt begonnen met een informatie loket voor geïnteresseerden in oude gebouwen. Hier worden ze op weg geholpen. Verder zal nog dit jaar een tijdelijke sloopvergunningsplicht worden ingevoerd om ongewenste sloop van karakteristieke panden voor te zijn. Deze regel betreft gebouwen die staan in de historische buurten, die ouder zijn dan 1975.
Naast de inventarisatie van waardevolle gebouwen zal de gemeente ook een cultuurhistorische waardenkaart op een aparte laag in het omgevingsplan maken, mede op grond van de kernwaarden per dorpskern uit de omgevingsvisie. Initiatiefnemers van bouwplannen zullen vervolgens moeten onderbouwen hoe ze erfgoedwaarden waarderen en hoe hun initiatief daarmee omgaat.
Als al deze goede bedoelingen in een werkbaar protocol zijn omgezet is dan de weerstand van eigenaars tegen bescherming verdwenen? De gemeente heeft dan een actief erfgoedloket. Er is een afwegingskader. Maar is dat genoeg? En wanneer is dit alles beschikbaar?
Het gaat uiteindelijk om de argumenten die de gemeente hanteert onder de aanwijzing tot monument. Dat zijn er van oudsher 5: cultuurhistorische waarden, architectuur- en kunsthistorische waarden, situationele en ensemble waarden, gaafheid en herkenbaarheid en zeldzaamheidswaarden. De invulling van deze waarden is het werk van deskundigen (bouwhistorici). Is de gemeente, in casu het college van B&W, tenslotte bereid deze 5 argumenten als autoriteit te verdedigen tegen de wens van een eigenaar?
Dat is de hamvraag vandaag, maar ook morgen.
